Koloniaal rijk
In 1814 veranderde Nederland van een republiek in een monarchie. De toenmalige grondwet gaf koning Willem I bijzonder ruime bevoegdheden, ook op het gebied van het koloniaal beleid.
Nederlands-Indië werd aanvankelijk bestuurd door ambtenaren die zich als ‘mensenvriend’ tegenover de bevolking wilden opstellen. Zij werden echter vervangen door bestuurders die meer oog hadden voor de financiële belangen van Nederland. Gouverneur-generaal Van den Bosch voerde in 1830 op Java het Cultuurstelsel in: dorpsgemeenschappen werden verplicht om eenvijfde van hun grond te gebruiken voor het verbouwen van handelsgewassen, zoals tabak, suikerriet, koffie en thee. Die gewassen moesten goedkoop aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij worden geleverd.
In 1848, onder koning Willem II, werd een door de liberaal Thorbecke geschreven grondwet aangenomen, die bepaalde dat ministers verantwoording schuldig zijn aan het parlement. Het koloniaal beleid werd nu onderwerp van parlementaire debatten. Aan de ene kant voelde men zich verantwoordelijk voor het welzijn van de bevolking in de koloniën. Maar aan de andere kant moesten de koloniën economisch voordeel opleveren, ook omdat de ontwikkeling van nijverheidbedrijvigheid in verschillende ambachten Meer en industrie in Nederland lange tijd sterk achterbleef bij die ontwikkeling in Europese buurlanden.
In 1860 werd de slavernij afgeschaft en na heftige debatten tussen conservatieven en liberalen werd omstreeks 1870 het cultuurstelsel afgebouwd. De regering schiep ruim baan voor ondernemingen die zich richtten op de productie van handelsgewassen of grondstoffen zoals steenkool, tin, rubber, palmolie en copra.
In tegenstelling tot andere Europese landen was Nederland er niet op uit om nieuwe koloniën in Afrika en Azië te krijgen. Wel wilde Nederland meer gezag in Nederlands-Indië. Het koloniaal bestuur bemoeide zich steeds meer met het doen en laten van de inlandse vorsten en hoofden. Het drukte onrust en verzet met geweld de kop in en veroverde het onafhankelijke Atjeh (1873-1903).
Wat waren de gevolgen van deze veranderingen op de Molukken?