In de veertiende en vijftiende eeuw verbreidde de islam zich over de havensteden van Sumatra en Oost-Java. In steden zoals Demak, Tuban en Gresik werden centra van islamitisch onderwijs, studie en onderzoek gesticht. Zij vormden de thuisbasis voor moslim zendelingen die op zich namen om het geloof te prediken onder de ongelovigen. Zij droegen de titel maulana, eerwaarde heer. 

De maulana’s zijn te vergelijken met de middeleeuwse monniken die het christendom in Noord-Europa verbreidden. Net als bij deze missionarissen in Europa zijn de namen van de islampredikers in de Molukken nog steeds bekend en worden hun graven als kramat of heilige plaats vereerd.

Baharullah was een van hen: hij is bekend gebleven als de eerste maulana die de islam op Ternate onderwees. Zijn komst ging samen met grote veranderingen. Nadat de vorst van Ternate zich tot de islam had bekeerd en de titel van sultan had aangenomen, volgden vele andere hoofden in zijn voetsporen. Naast het hof van de sultan, dat onderdak bood aan de vele mensen die in zijn hofhouding werkten, verrees een imponerende moskee.

Aan de kust werd een pasar of marktplaats aangelegd. Daar stonden ook de magazijnen van de handelaren die zich op Ternate hadden gevestigd. De haven van Ternate ontwikkelde zich tot een levendig plaatsje, Gam-ma-lamo geheten. Het was een middelpunt van beschaving, handel en cultuur.

UIT NAAM VAN DE FALA RAHA

Het eind van de vijftiende eeuw, ergens tussen 1480 en 1500. Een kleine vloot van prauwen vaart door de smalle zeestraat tussen de eilanden Madura en Java. Ze is afkomstig van het eiland Ternate en heeft de havenstad Gresik als bestemming.
De vloot heeft een kostbare lading kruidnagelen aan boord, de beroemde specerijen die nergens anders groeien dan op de vulkanische eilanden van Maluku. Maar ze vaart niet naar Gresik om handel te drijven. Aan boord van een staatsieprauw bevinden zich de belangrijkste leiders van Ternate: de oude vorst Gapi Baguna en zijn opvolger, de latere sultan Zainal Abidin. Een aantal andere prinsen, lagere hoofden en voorvechters reist met hen mee. Het belangrijkste doel van hun reis is een bezoek aan een paleis dat op een heuvel ten zuidwesten van Gresik is gelegen.
Het heet Kedaton Giri, het paleis op de heuvel, en de stichter wordt Sunan Giri genoemd, de vorst van de heuvel. Hij biedt er onderdak aan geleerden op het gebied van de godsdienst, rechtspraak, natuurwetenschap, taal en literatuur. Het paleis is overal bekend geworden als een centrum van islamitische geleerdheid, niet alleen op Java, maar zelfs tot in Maluku.

Het hoge gezelschap uit Ternate heeft een paar maanden de tijd voordat het met gunstige moessonwinden naar Ternate kan terugkeren. De oude Gapi Baguna gebruikt die tijd vooral om de contacten met de vorsten en handelaren in Gresik en de naburige havenplaats Tuban aan te halen. Zainal Abidin is de drukte van de havens ontvlucht en heeft met zijn gevolg onderdak gevonden in de nabijheid van de Kedaton Giri.

Vroeg in de morgen loopt de prins over een door zware bomen beschaduwde weg omhoog naar het paleis dat als een kostbare kroon boven de heuvels uittorent. Hij beklimt de trappen naar de toegangspoort, steekt het grote toegangsplein over naar de volgende trap en de toegangspoort tot het eigenlijke paleis met zijn zalen, galerijen en binnenhoven. Naast de moskee met zijn flonkerende pagode-achtige dak bevindt zich de zaal waar het koranonderwijs wordt gegeven en waar allerlei literaire en wetenschappelijke geschriften worden voorgelezen en besproken. De prins brengt er vele uren door.

Van zijn leraren hoort hij dat de Sunan Giri stamt uit een roemrijk geslacht van islam-geleerden. Zelf heeft hij gestudeerd in Demak, het eerste islamitische staatje op Java. Zijn vader heeft op Noord-Sumatra gestudeerd en zijn oom heeft in de stad Gresik de eerste islamitische school op Java opgezet. Zijn grootvader komt uit de Perzische stad Samarkandh en is volgens de overlevering een afstammeling van de profeet Mohammed.

Een maand voordat Gapi Baguna en zijn gevolg naar Ternate zullen terugkeren, vragen zij een audiëntie bij de Sunan aan. Zij worden uitgenodigd in een van de binnenhoven van het paleis. Bomen met citrusvruchten en mango’s verspreiden een zoete geur. Het licht van de zon wordt gezeefd door een baldakijn van dunne zijden stoffen. Nadat zij de gebruikelijke beleefdheden hebben uitgewisseld, is het de beurt aan Gapi Baguna om het doel van hun komst toe te lichten. De oude vorst neemt een lange aanloop, hij spreekt langzaam en nadrukkelijk.‘Mijn voorouders’, vertelt hij, ‘hebben zich meer dan tweehonderd jaar geleden gevestigd op de hellingen van de vulkaan van Ternate. Daar werden zij uitverkoren tot hoogste gezagsdragers van een gemeenschap van vier groepen. Deze Fala Raha of ‘Vier Huizen’ stonden aan de wieg van de Ternataanse maatschappij, en daarom hebben zij in de loop van de geschiedenis hun gezaghebbende positie behouden. 

De vorsten van Ternate moeten de steun van de Fala Raha hebben. Als vorst van Ternate spreek ik dus uit naam van de Fala Raha, de gehele Ternataanse samenleving.’De vorst van Giri knikt ten teken dat hij het belang van deze inleiding heeft begrepen.‘Ternate’, zo vervolgt Gapi Baguna zijn uiteenzetting, ‘is in de loop van de tijd steeds vaker en steeds regelmatiger bezocht door orang dagang, vreemde handelaren die het eiland bezochten om kruidnagelen in te slaan. Zij kwamen uit China, uit Java, uit Zuidoost-Azië en zelfs uit India, Perzië en de Arabische wereld. Tijdens mijn eigen bewind is hun aantal, vooral door de handel vanuit Oost-Java, sterk gegroeid. Zij zijn welkom. In de afgelopen weken heb ik de handelaren in Gresik en Tuban persoonlijk bezocht en met hen van gedachten gewisseld over de vraag hoe wij onze handel kunnen bevorderen. 

De vraag waarmee wij ons nu tot uwe majesteit wenden, is een andere. Er heeft zich een groeiende bevolking van moslims op Ternate gevestigd, en daarom vinden wij het noodzakelijk om de wereld van deze vreemdelingen te leren kennen. Dat is de reden dat wij de reis naar Giri hebben gemaakt en dat ik het waag om uwe majesteit te verzoeken om een maulana, een islamgeleerde, uit te zenden naar Ternate.’
‘Ik zal het overwegen en bespreken,’ zegt de vorst van Giri. ‘Heeft u aan een bepaalde persoon gedacht?’ 

‘De kroonprins heeft verschillende leraren gehad,’ antwoordt Gapi Baguna. ‘Hij heeft grote bewondering voor de eerwaarde maulana Baharullah.’

Drie dagen later staan Gapi Baguna, de kroonprins en Baharullah op een galerij van de Kedaton Giri, vanwaar zij een wijds uitzicht hebben.
Baharullah en Zainal Abidin hebben elkaar hartelijk begroet. De begroeting tussen Gapi Baguna en Baharullah verloopt stijfjes. De maulana is een man van een jaar of dertig, veel jonger dan Gapi Baguna verwacht had. Hij treedt op met een zelfverzekerdheid die de vorst niet gewend is van zijn generatiegenoten aan het hof van Ternate.

‘Het is mij een eer om de kruidnagelvorst te ontmoeten,’ zegt Baharullah met een lichte buiging.Gapi Baguna antwoordt beleefd: ‘Het is voor Ternate een grote eer om een islamgeleerde zoals u te mogen ontvangen.’ En bij wijze van nadere verklaring vervolgt hij: ‘Het is al weer jaren geleden dat wij vanuit Ternate een tocht naar Malaka hebben gemaakt. In de haven van die rijke en machtige stad zagen wij schepen uit de Arabische wereld, uit India, China en Java broederlijk naast elkaar liggen. Het was een indrukwekkend schouwspel. Sindsdien koesteren wij de wens dat Ternate zich aansluit bij de Dar-al-islam, het Land van de Islam.’De kroonprins haast zich om eraan toe te voegen: ‘Wij wensen dat de hoofden van Ternate overgaan tot het geloof, dat zij de enigheid van God – heilig is Hij en verheven – erkennen en dat de godsdienst van de profeet Muhammad, de gezant Gods – God zegene hem en schenke hem vrede – alom bekend wordt. Aan welke leraar kunnen we die taak beter toevertrouwen dan aan de eerwaarde Baharullah?’

‘U wenst dat de hoofden het geloof en de godsdienst leren kennen. Maar is het niet belangrijker dat de hoofden dat zelf wensen?’ vraagt Baharullah licht spottend. ‘Beseffen zij dat de islam een waardige manier van leven vraagt, op het gebied van de kleding, het voedsel, het nakomen van godsdienstige plichten, het handhaven van rechtsregels? Hoe lang heeft Ternate in duisternis geleefd?’

Gapi Baguna werpt een scherpe blik op Baharullah. ‘Doet die vraag ter zake?’ vraagt hij. ‘De Sunan heeft het geloof naar Giri gebracht. Brengt u het geloof naar Ternate?’

De maulana werpt een blik in de verte, waar de zee glinstert, en antwoordt: ‘Vergeef mij. Ik zal u naar Ternate vergezellen.’