Land van de Islam

In de periode van 1000 tot 1500 n.Chr. namen de bevolking en de welvaart door de landbouw toe, niet alleen in Europa, maar ook in Azië. Er ontstonden steden waar zich ambachtslieden en handelaren vestigden. In het begin stonden de steden onder de macht van vorsten die de stedelingen zware lasten oplegden. Maar op den duur waren conflicten onvermijdelijk. Vooral steden die tot bloei kwamen door de handel, wilden zich bevrijden van de belastingen en verplichtingen die de vorsten hen oplegden. Langs de kusten van Noord-Europa organiseerden de vrije handelssteden zich in de Hanze. Zij kwamen daardoor tot grote bloei. In Azië gebeurde er ook zoiets. De havensteden aan de kusten van het Arabisch schiereiland, India, Zuidoost-Azië en China groeiden uit tot zelfstandige steden en staatjes. Zij organiseerden zich in een groot netwerk van handelscentra, dat de handelaren veiligheid, gastvrijheid, goede contacten en voorzieningen bood. De islam vormde het gemeenschappelijke, samenbindende element in dit handelsnetwerk. Daarom werd het aangeduid als Dar-al-islam, het Land van de Islam.

Wat gebeurde er in deze periode op de Molukken?