
Djamilu Nusatapi
Samen sterk

Het wordt avond. In de baileotraditioneel dorpshuis, overkapt platform Meer brandt een oliepitje. We zitten met z’n vieren op het podium. Dat is de plaats waar de perdana’s zitten, de leiders. Tevreden kijk ik om me heen. We wonen hier al best lang. We hebben deze plek de naam Hituzeven Meer gegeven. Weet je waarom? Hituzeven Meer betekent zeven. Er waren vier groepen nieuwkomers en drie dorpen van hier sloten zich bij ons aan. Tel maar op: dat is zeven. De andere perdana’s en ik verdelen nu het leiderschap. Ons gebied is steeds groter geworden. Een groot deel van het eiland Ambon heet nu: Tanahland (geografisch) Meer Hituzeven Meer, het land Hituzeven Meer.
Vanavond zitten we bij elkaar om te praten over een andere groep nieuwkomers. Dat zijn mensen die van heel ver gekomen zijn. Ze zien er ook heel anders uit dan wij.
Eén perdanahoofd in de Hituese regering, lett. eerste Meer kijkt bezorgd. Hij zegt: “De Portugezen willen hier in de buurt een handelspost bouwen. Ze zijn geïnteresseerd in de kruidnagels die we hier verbouwen.” Ik zeg: “Dat mag alleen als wij dat goed vinden. Wij zijn hier de baas.”
We praten er lang over. Soms zijn we het niet met elkaar eens. Maar we zoeken altijd samen naar een oplossing. “Ik stel voor dat we ja zeggen tegen deze vreemdelingen,” zeg ik uiteindelijk. De andere perdana’s knikken. Ze gaan erin mee. Maar toch … ik maak me wel zorgen. Samenwerken met de Portugezen, zou dat wel goed gaan?

Time’s up


Wat blijft
Blog 3, ca. 1560
Ik ben ouder geworden. Mijn kinderen dragen mijn naam. Vrede is nooit vanzelfsprekend. Maar ik geloof dat het kan voortleven.